Doorsnee appartement moet minstens tien procent kleiner worden
150 projectontwikkelaars lanceren voorstel om betaalbaar wonen mogelijk te maken voor jongeren en singles
9 maart 2016
- Het doorsnee appartement in ons land moet minstens tien procent - of ongeveer evenveel vierkante meters - kleiner worden. Zodra de regelgeving dat toelaat, zal het voor heel wat jongeren en singles opnieuw makkelijker worden om een nieuwbouwappartement te kopen.
- Vandaag moet zo'n twintig procent van hen afhaken, omdat ze geen woonlening kunnen krijgen. Dat stelt de sectororganisatie UPSI-BVS, die zo’n 150 projectontwikkelaars in ons land vertegenwoordigt. Allen samen zijn ze goed voor 40.000 jobs en 60 procent van de omzet die de sector realiseert.
Nieuwbouwappartementen in ons land zijn vandaag gemiddeld 85 m2 groot, maar dat moet straks zo’n 75 m2 worden. Daarmee komen we in de buurt van de woonoppervlaktes in onze buurlanden, zoals bijvoorbeeld in Nederland en Frankrijk waar het gemiddelde appartement grosso modo 65 m2 groot is. Het voorstel om (meer) kleiner te kunnen bouwen, komt van de vastgoedsector die daarmee het debat over betaalbaar wonen wil verruimen.
“Het verlagen van de fiscale druk op nieuwbouw blijft prioritair. Maar we moeten de oplossing voor betaalbaar wonen zeker ook durven zoeken in een efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte en bouwoppervlakte. Kleinere appartementen zullen de bouwkost en bijgevolg ook de werkelijke verkoopprijs doen dalen. En er is vraag naar, wat niet onbelangrijk is. Als het doorsnee appartement tien vierkante meter kleiner gebouwd kan worden, zal dit perspectieven openen voor heel wat jongeren en singles. Want vooral die doelgroep heeft het meeste te lijden onder de betaalbaarheidsproblemen. Dat geldt zeker in het Brusselse, maar ook in Vlaanderen en Wallonië.”
Olivier Carrette, afgevaardigd bestuurder van UPSI-BVS
Meer openheid en flexibiliteit
Volgens UPSI-BVS is “kleiner bouwen” vandaag echter vooral een kwestie van meer openheid bij de overheden en een meer flexibele reglementering. In Brussel kan er bijvoorbeeld in heel wat gevallen niet kleiner gebouwd worden, omdat de minimale opgelegde woonoppervlaktes van de living, de keuken of de slaapkamers te hoog liggen. In Vlaanderen en Wallonië spelen dan weer vooral gemeentelijke of stedelijke bezwaren.
De sector vraagt dan ook aan zowel de gewestregeringen als de lokale overheden meer flexibiliteit en openheid als het gaat over kleiner - en betaalbaarder - bouwen. UPSI-BVS zal het item de komende weken en maanden politiek aankaarten bij de verschillende overheden.
“In Brussel bijvoorbeeld mag een 1-slaapkamer-appartement niet kleiner zijn 52 m2 en een 2-slaapkamer-appartement moet minstens 61 m2 groot zijn. De woonruimte moet verplicht 20 m2 zijn, de keuken minstens 8 m2, de eerste slaapkamer 14 m2, enz. In Vlaanderen en Wallonië gelden andere regels, maar stellen de gemeenten dan weer geregeld hun veto om kleiner te bouwen. Precies op dat vlak vragen we meer openheid van de lokale besturen en indien nodig een reglementering die aangepast is aan de noden.”
Olivier Carrette
Niet inboeten aan leefkwaliteit
Kleiner maar betaalbaarder, dat is de boodschap die de sector wil brengen. Dat er meer dan ooit nood aan is, kan ook geconcludeerd worden uit de recente bevraging die UPSI-BVS liet uitvoeren bij tien belangijke projectontwikkelaars. Daaruit blijkt dat zo'n twintig procent van de geïnteresseerde kopers moet afhaken, omdat ze finaal geen lening krijgen van hun bank. Ongeveer de helft van de potentiële kopers is dan ook bereid om woonruimte in te leveren in ruil voor een betere betaalbaarheid en kwaliteit.
De sectororganisatie zelf beklemtoont dat kleiner bouwen in geen geval hoeft te betekenen dat er aan leefkwaliteit moet ingeboet worden.
“Wie meent dat projectontwikkelaars er enkel op uit zijn om zoveel mogelijk woongelegenheden uit de beschikbare vierkante meters te puren, kent de sector niet. We willen in géén geval evolueren naar situaties zoals in Londen of New York, waar zelfs de kleinste kamers aan hallucinante prijzen de deur uitgaan. Dit sectorvoorstel heeft slechts één doel: nieuwbouw opnieuw voor een grotere groep mogelijk maken. Want een kwalitatieve eigen woning is nog altijd de beste zekerheid voor de toekomst.”
Olivier Carrette
UPSI-BVS is de sectororganisatie die zowel in Vlaanderen als in Wallonië en Brussel de vastgoedontwikkelaars, -investeerders en verkavelaars in ons land vertegenwoordigt. De leden van UPSI-BVS zijn goed voor 60 procent van de omzet in de vastgoedsector, 40.000 jobs, en een jaarlijkse belastingsbijdrage van 5,7 miljard euro.